STEL DEZE VRAGEN VOOR DE JUISTE LAADPAAL

De verwachte laadcapaciteit verschilt per auto. De omvormer en accucapaciteit van een auto zijn van invloed op de benodigde laadtijd. Dit verschilt per auto. Het kan zelfs binnen een merk, model en type anders zijn.

De Volkswagen ID.3 Pro heeft bijvoorbeeld een accucapaciteit van 62 kWh. Terwijl bij de Pro S-uitvoering de accucapaciteit 82 kWh is. Dit betekent dat met een 11 kW laadunit het bij de Pro S langer duurt tot deze volledig is geladen dan bij de Pro.

Wordt er één specifiek merk of model geladen? Sluit dan de bijpassende lader aan. Worden er meerdere automerken geladen, zoals op openbare parkeerplaatsen? Dan valt de keuze op een allround model met een variabele laadcapaciteit.

Een laadunit heeft 1 of 2 sockets dan wel vaste kabels. Het voordeel van de dubbele uitvoering is, dat je maar één laadunit hoeft te installeren om twee laadplekken te creëren.

Als de klant de kosten van laden zakelijk wil verrekenen, dan is een laadpaal met RFID en koppeling met een backoffice leverancier ideaal. De verrekening vindt dan automatisch plaats. 

Er zijn laadunits die standaard uitgevoerd zijn als laadpaal of als wandmodel. Daarnaast zijn er wandmodellen die in combinatie met een montagezuil ook als laadpaal kunnen worden uitgevoerd.

Diverse leveranciers bieden de optie om hun laadunits uit te voeren met een vaste kabel in plaats van een socket (wandcontactdoos T2).

Voordat er een keuze wordt gemaakt voor een laadpaal, moet ook het stroomnetwerk worden gemeten. Als het stroomnetwerk niet genoeg kan leveren voor de gekozen laadpalen, wordt de laadtijd vele malen langer. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat het netwerk overbelast raakt, wat zorgt voor stroomstoringen.

Bij een stroomnetwerk met een laag vermogen is een laadpaal met Dynamic Load Balancing een vereiste. Iedere seconde wordt de capaciteit van het stroomnetwerk getest en stemt de laadpaal de laadsnelheid daarop af. Dit voorkomt overbelasting wanneer er bijvoorbeeld meerdere auto’s tegelijkertijd aan laadpalen op hetzelfde netwerk staan te laden. 

De grootte van de hoofdaansluiting heeft in veel gevallen ook invloed op het laadproces. Een 1 fase 40 Amp. hoofdaansluiting heeft bijvoorbeeld geen ruimte meer voor een 11 kW laadunit die een 3 fase 16 Amp. nodig heeft.

Met dynamische load balancing wordt het laden van een elektrische auto ondergeschikt gemaakt aan andere zware verbruikers zoals een kooktoestel of warmtepomp. Het voordeel daarvan is dat de hoofdzekeringen niet overbelast raken als meerdere zware verbruikers tegelijk aan staan.

De laadtijd is ook afhankelijk van het beschikbare vermogen. Deze kan worden verkort door de hoofdaansluiting in de meterkast te verzwaren of door een DC laadunit te plaatsen (in plaats van AC).

Er zijn namelijk 2 typen laadpalen, namelijk AC en DC. Oftewel wisselstroom en gelijkstroom. AC-laders worden vooral gebruikt bij woningen. Bij een AC-laadpaal is de laadtijd langer dan bij een DC-laadpaal. DC-laadpalen worden vaak ingezet bij openbare parkeerplaatsen en tankstations om met een hoge capaciteit auto’s snel weer op weg te helpen. Hierdoor staan DC-laders ook wel bekend als snelladers.