Familie van de oprichter bezoekt Technische Unie

Duurzaam ondernemen

De naam Heybroek is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Technische Unie. In 1880 richtte Heinrich Christiaan Heybroek de voorloper van ons bedrijf op. Hij werd opgevolgd door maar liefst vijf Heybroek-directeuren. Verschillende huidige collega’s hebben nog gewerkt met Carel, de laatste Technische Unie-directeur uit de familie, die in 2012 helaas overleden is. Zijn broer Jan bezocht onlangs het distributiecentrum in Alphen aan den Rijn en het Centraal Kantoor, samen met zijn dochter en twee kleinzoons. 

Heybroek of Heijbroek?

Jan Heybroek: “De familie Heybroek was zeer ondernemend. Rond 1760 kwam de eerste voorvader vanuit Duitsland naar Nederland. Later heeft de broer van Heinrich Christiaan Heybroek Handelsmaatschappij opgericht, dat bestaat nog steeds. Zijn zoon richtte een bedrijf op in tuinbouwmachines. Overigens heb je Heybroek en Heijbroek, allebei beschouw ik als familie. Het verschil is terug te brengen op de oude schrijfmachines. In Nederland bevatten die vroeger de lange ij als één letter. Buitenlandse schrijfmachines hadden dat niet. Dus vooral de Heybroeken die internationaal actief zijn geweest, hebben in een vroeg stadium de ij in hun naam door een y laten vervangen.”

Magazijn voor Boheemsch Glas en Lampenartikelen

In 1880 werd het Magazijn voor Boheemsch Glas en Lampenartikelen opgericht, de voorloper van de huidige Technische Unie. Jan Heybroek: “Vanuit glas ontstond een handel in verlichting. Later richtte het bedrijf zich ook op elektriciteit. De eerste locatie was de Warmoesstraat. Van daaruit verhuisde het bedrijf naar de Keizersgracht in Amsterdam. En weer later was het magazijn, de voorloper van de huidige distributiecentra, gevestigd in diverse panden aan de Prinsengracht, wat nu het Pullizerhotel is.

Na de fusie met Electrocentrum, dat precies achter het Keizersgracht-kantoor aan de Prinsengracht gevestigd was, hoefden ze alleen maar een paar muren door te breken om de panden samen te voegen. Zo ontstond één groot kantoor. Daarna volgde de overgang naar de Houtmankade, waar een oude suikerfabriek was aangekocht. Die moest ‘ontsuikerd’ worden en dat schijnt nogal een onaangenaam proces te zijn. In 1980 volgde de verhuizing naar Alphen aan den Rijn en Amstelveen. 

In de loop van de geschiedenis zijn er zes Heybroek-directeuren geweest: oprichter Heinrich-Christiaan, zijn zoon Alexander, mijn grootvader Carel, Aat de zoon van Alexander, mijn vader Hans en mijn broer Carel. Ook waren er verschillende andere familieleden actief in het bedrijf, als lid van de Raad van Commissarissen, als medewerker of om stage te lopen. Het is mooi om te zien dat er binnen het huidige Technische Unie nog zoveel verwijzingen zijn naar de Heybroek-periode. In Amstelveen staat het borstbeeld van Heinrich Christaan bij de ingang, In Alphen aan den Rijn hebben we tijdens onze rondleiding onder andere een plaquette gezien, aangeboden door het personeel ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van Heybroek’s groothandel.”

Jeugdherinneringen

Jan Heybroek: “De route om directeur van Heybroek’s groothandel te worden, liep niet via de universiteit. Van Alexander Heybroek zijn de jeugdherinneringen op papier gezet. Hij speelde als kind met gymnastiektoestellen die in een ruimte achterin het bedrijfspand waren opgesteld. Alexander bezocht de openbare handelsschool op de Keizersgracht en werd daar onderwezen in vreemde talen en in vakken als handelscorrespondentie, commercieel rekenen en productkennis. Later woonde hij enige tijd in het buitenland.

Dat zie je vaker. De voorbereiding om bij het bedrijf te gaan, bestond voornamelijk uit een buitenlandse betrekking bij een zakenrelatie. Dat kon in Duitsland, Frankrijk of Engeland zijn bijvoorbeeld. Mijn vader heeft een tijd in Berlijn gewoond. Communicatie met Nederland was in die tijd mondjesmaat mogelijk, je moest jezelf zien te redden. Daar werd je wel creatief van. Zo beschikte zijn kamer niet over een badkamer. Als je een bad wilde nemen, moest je een hotel opzoeken en daar een badkamer bestellen.”

Ontstaan van de naam Technische Unie

Jan Heybroek: “Op een gegeven moment veranderde de bedrijfsnaam in Heybroek’s groothandel. Niet te verwarren met Heybroek schroothandel, natuurlijk! Weer later werd Zelander overgenomen en wijzigde de naam in Heybroek Zelander. Toen Elektrocentrum erbij kwam, is de naam Technische Unie ontstaan, om niet telkens na een acquisitie de bedrijfsnaam te moeten aanpassen. Dit was rond 1950-1960.

Binnen de familie was Technische Unie regelmatig een gespreksonderwerp. Mijn vader was lid van een nevenclubje, met onder andere Aat Heybroek, een van de andere oud-directeuren. Daar werd de TU vaak besproken. Zelf mocht ik als kind, ik was een jaar of twaalf, meerijden op een TU-truck. Later heb ik een keer geluncht bij het bedrijf. Een aardige dame vroeg me toen of ik, net als mijn vader, een geschild appeltje lustte. Maar ik ben er nooit gaan werken. Wel hebben we midden jaren ’70 een huis gekocht en daar een keuken van Technische Unie in laten zetten. Die waren er in die tijd nog. De aannemer was daar niet blij mee, zo kon hij minder marge maken.

Bij mijn eerste baan, bij een IT-bedrijf, had ik Technische Unie als account. Dat duurde niet lang. Want toen er een dispuut ontstond tussen dat bedrijf en Technische Unie, vond ik eigenlijk dat Technische Unie gelijk had. Ik werd daarna natuurlijk direct van het account gehaald.”

Verkoop aan OGEM, doorstart en Sonepar

Jan Heybroek: “De zeggenschap van de familie Heybroek nam op een gegeven moment steeds verder af. Na een beursgang verkochten verschillende familieleden hun aandelen. Ook in de directie was er steeds minder Heybroek-invloed. Naast mijn vader en later mijn broer, waren er verschillende andere directieleden aangenomen. Technische Unie werd in die jaren gerund als een familiebedrijf, maar was het in de praktijk allang niet meer.

Op een gegeven moment werd er besloten om het bedrijf te verkopen. OGEM had veel geld gemaakt in Zuid-Amerika, dat geld investeerden zij in Europa. Het leek een goede overnamekandidaat te zijn. Helaas ontstond er geen synergie tussen de bedrijven die OGEM in die tijd aankocht en werd er afgestevend op een faillissement. Mijn broer heeft het in dat proces heel erg lastig gehad. Toen kwam Sonepar in beeld en kwam er een doorstart, als OTRA. Mijn broer had als deel van zijn praktijkopleiding een periode in Frankrijk gewerkt, bij Philips. Sonepar stond nog aan het begin van haar internationale uitbreiding, Engels was daar nog niet de voertaal. Dat mijn broer goed Frans sprak, heeft bij die gesprekken zeker een rol gespeeld.

Toen mijn broer op een gegeven moment met pensioen ging, was de familierelatie tussen Heybroek en Technische Unie ten einde.”

Trots op Technische Unie

“Als ik hier zo rondloop, besef ik me heel goed dat het huidige bedrijf Technische Unie is voortgekomen uit het werk van mijn overgrootvader en mijn andere familieleden. Overigens in samenwerking met heel veel andere mensen. Ik ben er trots op dat Technische Unie vandaag zo’n sterk bedrijf is, dat overigens veel mensen van buiten deze branche niet of nauwelijks kennen.

Vandaag bezoek ik met mijn dochter en twee kleinzoons Alphen aan den Rijn en Amstelveen, later deze week bezoeken we de Keizersgracht en de Prinsengracht nog. Zo hoop ik dat de familiegeschiedenis blijft voortleven, ook bij hen.”

meer over...